DRINKBEKERS
Een baby die pas na twaalf maanden uit een open beker leert drinken, stapt veel moeizamer af van de zuigfles. Daarom is het raadzaam om vanaf zes maanden een beker te introduceren. Vanaf de leeftijd van acht à negen maanden leren baby's ook om de beker zelfstandig vast te houden. Om dit proces te stimuleren, besteden de fabrikanten veel aandacht aan ergonomie: bekers die dankzij hun ontwerp en/of handige handgrepen perfect in de kinderhand liggen, zetten de toon. Om knoeien te voorkomen, wordt er gebruikgemaakt van antislipbodems en lekvrije systemen zoals lekvrije luchtkleppen en antilektuiten. Een belangrijke subcategorie vormen de meegroeibekers. Meestal gaat het om bekers met verwijderbare drinktuit en/of handgrepen, maar er bestaan tuitbekers die dankzij een apart verkrijgbare opschroefring in een normale drinkbeker getransformeerd kunnen worden.
Antiknoei zonder tuit?
Kind en Gezin raadt ouders aan om gewone bekers te verkiezen boven tuitbekers. Op die manier leert een kind om de vloeistof correct te zuigen en te doseren, en om de lippen rond de bekerrand te sluiten, wat de latere taalontwikkeling ten goede komt. Maar wat als ouders geen zin hebben in het gemors waarmee een tuitloze beker onvermijdelijk gepaard gaat? De 360°- antiknoeibeker zonder mondstuk biedt soelaas: dankzij het revolutionaire ventiel kan het kind rondom deganse bekerrand drinken zonderte knoeien!Voor wie toch een tuitbeker verkiest, bestaat er sinds kort ook een drinkbeker waarvan de drinktuit zo is ontworpen dat de peuter het hoofdje minder moet kantelen tijdens het drinken.