FABRIKANTEN VAN BABYFOONS BEPERKEN STRALING TOT MINIMUM
Geen eenduidig wetenschappelijk bewijs over schadelijkheid
We worden omgeven door allerlei soorten golven en straling, en er gebeurt heel wat onderzoek naar de mogelijke gevolgen hiervan. De besluiten van gevoerde studies zijn niet eenduidig. Fabrikanten van babyfoons nemen het zekere voor het onzekere en proberen de stralingen tot het minimum te beperken. Deze fabrikanten werken echter niet alleen rond het verminderen van eventuele stralingen. Andere aandachtspunten zijn de optimale werking van de babyfoons en vooral het vermijden van storingen.
DRIE SOORTEN STRALINGEN
Steeds meer toestellen zijn draadloos. Lekker handig, die snufjes als wifi of bluetooth. Maar draadloos betekent straling. Met of zonder babyfoon, in ieder huis is er dus straling. Over welk soort straling hebben we het dan? In grote lijnen gaat het over drie soorten straling: elektromagnetische golven, digitale gecodeerde zendsignalen en golven met een wisselende frequentie.
Analoge babyfoons met elektromagnetische golven
Analoge babyfoons versturen het geluidssignaal dat de zender in de kamer van de baby oppikt via elektromagnetische golven naar de ontvanger. Die golven zenden ze uit op dezelfde frequentie als een radio.
Digitale babyfoons met dect
Digitale babyfoons werken anders. De meeste van deze (geluid)babyfoons versturen een pulserend signaal en hebben microprocessors waarmee het signaal tussen de ontvanger en de zender wordt gecodeerd. Deze technologie heet DECT
wat staat voor Digital Enhanced Cordless Telecommunications
en werkt net zoals een draadloze thuistelefoon, maar dan met een minder sterke straling.
Digitale babyfoons met fhss
Er zijn echter ook digitale babyfoons vooral beeldbabyfoons die werken met een niet-pulserend signaal. Zij gebruiken meestal de FHSS-technologie (Frequency Hopping Spread Spectrum). De babyfoon verspringt in een breed spectrum voortdurend automatisch van kanaal, en dus van frequentie. Dit kun je vergelijken met wat bluetooth doet.
PULSEN EN SIGNALEN
Op dit moment kan niemand een eenduidig antwoord geven op de vraag of de straling die van een babyfoon uitgaat, al dan niet schadelijk is. Het is onmogelijk alle straling te vermijden, maar dat is geen reden om niet waakzaam te zijn en niet te voorkomen dat baby's er te sterk aan blootgesteld worden. Het zendvermogen van babyfoons kan nogal verschillen. Niet alle fabrikanten communiceren duidelijk over de hoeveelheid stralingen die de babyunit produceert, wat onderling vergelijken moeilijker maakt. Wel wordt er geïnvesteerd in verschillende technologieën die de straling verminderen.
Ecomodus
Een gewone babyfoon verbindt zender en ontvanger continu. Er is continu een pulserend 
signaal en dus ook een zekere straling. Een babyfoon met ecomodus beperkt de verbinding en dus ook de straling. Er gaan telkens korte pulsen tussen zender en ontvanger. Als deze codes door beide herkend worden, blijft de babyfoon in stand-by staan. Als de baby begint te huilen, zendt de babyfoon weer een signaal uit. Het vermogen van dit signaal kan door de gebruiker ook nog ingesteld worden (-30% vermogen 50%…). Als deze codes echter niet herkend worden (bv. geen bereik, technische storing …), dan geeft de babyfoon een alarmsignaal. Zo zijn er, als de baby slaapt, niet continu signalen (en dus ook geen straling), maar kan men toch vertrouwen op de werk- en waakzaamheid van de babyfoon.
Niet-pulserende signalen
Een andere manier om de straling te beperken, is het gebruik van de FHSS-technologie. Die heeft een niet-pulserend signaal. Daardoor is de straling heel laag. Het bereik van deze babyfoons is wel minder ver. Er zijn ook fabrikanten die hun eigen technologie ontwikkeld hebben, gebaseerd op niet-pulserende stralingen met een laag vermogen. In combinatie met een ecomodus is de straling nog minder sterk.
Via wifi
Elektromagnetische stralen worden volledig vermeden door babyfoons die werken op basis van LAN/CPL-technologie. De smartphone of de tablet van de ouder staat in wifi-verbinding met de babyfoon.
Om wifi uit de babykamer te houden, kunnen geluid en beeld via het elektriciteitsnet verstuurd worden naar een modem, waarna er een wifisignaal verstuurd wordt naar de smartphone. Een wificonnectie of een wifisleutel is noodzakelijk.
